Criminal Minds

Mijn echtgenote die beeldend kunstenaar is, houdt van crimi’s. Bij voorkeur Witse of Frost. Maar deze keer kijken we bij gebrek aan beter naar ‘Criminal Minds’. Dat wil zeggen; zij kijkt wel maar leeft ondertussen half in haar eigen beeldende wereld.
Het programma wordt onderbroken door reclame voor een chocolade reep die kennelijk – weinig opvoedkundig – voor kinderen wordt gemaakt. Een heldere opgewekte vrouwenstem zegt: “dit programma wordt u aangeboden door Kinder Bueno”. Naast mij veert mijn echtgenote geschokt overeind.
“Wat?! Kinderporno??”

De Moerman Vereniging voor Gelovigen.

Wie kanker heeft kent ongetwijfeld de naam Moerman en wellicht ook de Vereniging die zo heet, maar zichzelf kortweg MMV noemt, wellicht omdat de naam Moerman niet altijd bij iedereen positieve gevoelens oproept. Over de inhoudelijke ongenuanceerdheid van het tijdschrift en de beleefdheidsnormen van de Vereniging, waarvan ik al vele jaren lid ben, wil ik het even met u hebben. Maar eerst een korte inleiding om mijzelf te introduceren.

In het jaar 2002 werd in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis vastgesteld dat ik een tumor had, een zogenaamde wekedelen sarcoma. Deze tumor had ik al jaren, zichtbaar groeiend in mijn rechterwang. Door de behandelende professor in het AMC in Amsterdam was dit groeisel ooit ‘lichaamseigen weefsel’ genoemd, waarover ik mij geen zorgen diende te maken. Een biopt had geen positieve resultaten opgeleverd, evenmin trouwens als de poging om het weefsel weg te snijden. Het bleef gewoon langzaam doorgroeien. Uiteindelijk, na zorgelijke jaren, bevestigde een KNO professor in het AvL dat de biopt bij nadere bestudering wel degelijk positief was.
Ik had dus kanker en werd lid van de Moerman Vereniging, omdat ik na bestudering van zijn werk denk dat hij gelijk had; kanker en voeding hangen samen. Sinds die tijd eet ik dus gezond en de sarcoom houdt zich rustig.

In 2012 werd vervolgens prostaatkanker gediagnosticeerd en ik verzeilde wederom in het AvL. Ik schreef er een boekje over, getiteld ‘MANNEN je sluipmoordenaar heet testosteron’. Dit boekje is her en der besproken en via boekhandel en internet verkrijgbaar en het ligt zelfs in de bibliotheek van het AvL, omdat de hoogste uroloog, professor Simon Horenblas, het voorwoord schreef. Met deze inleiding wil ik even beklemtonen dat ik een ervaringsdeskundige ben en nog steeds het AvL frequenteer.

Nu dan het MMV. Van deze vereniging ben ik nog steeds lid, zij het met groeiende tegenzin. Over die tegenzin wil ik het hebben, om lotgenoten enigszins te waarschuwen. Want, hoewel er in het MMV-tijdschrift genaamd ‘Uitzicht’ vaak heel aardige informatie staat, zeker over voeding, blijkt het toch een blad dat alleen geschreven wordt voor – en door – gelovigen. Fundamentalisten zou ik zelfs willen zeggen. Dit blad, dat er na een restyling vreselijk uitziet qua typografie en lay-out (ik zeg dit als professional), loopt over van gepreek voor eigen parochie. De website, hoewel minder lelijk van uiterlijk,is ook in dezelfde ‘gevaarlijke’ toonzetting geschreven. Ik citeer even: “Bent u kankerpatiënt? Dan is de Moermantherapie een echte aanrader. Die helpt u bij de genezing én overleving, zo wijst de ervaring van ontelbare patiënten uit”. .
Ik zei het al, het doet denken aan fundamentalisme waarbij geen ruimte is voor een ander geluid of een ander geloof. De mensen die hun verhaal vertellen over hun ‘strijd’ tegen kanker hebben een gemeenschappelijk profiel, dat beelden oproept van blote voeten in sandalen. De reguliere geneeskunst wordt vaak hinderlijk weggezet in de hoek van onkunde en gebrek aan inzicht. Voor een deel terecht, geef ik toe, omdat protocollen hier vaak prevaleren boven voortschrijdend geloof in andere opties en (toegevoegde) alternatieve therapie.
Als lid van de Vereniging en kanker hebbend erger ik mij – zoals u inmiddels begrijpt – aan de veelal ongenuanceerde verhalen met kopregels als “mijn moeder overleefde veertig jaar met Moermantherapie”. Of “Toen zij was gestopt met chemo, herstelde ze”. Of “Na drie maanden was er geen kankercel meer te bekennen”.
Als u meer van dit soort wat brallerige kopregels wilt zien verwijs ik naar de website onder het kopje ‘ervaringen’.
Kunt u zich voorstellen dat reguliere artsen de rillingen krijgen als ze dit blad zien? Ik noemde het gevaarlijk en dat is het ook, net zo gevaarlijk als een kliniek in Duitsland.
Het is jammer dat MMV niet meer toenadering zoekt tot de reguliere geneeskunde en zich integendeel blijft afzetten. Het is een beetje een rancuneus tijdschrift, als ik het zo mag noemen. Nog steeds zijn de Moerman adepten boos dat hun heilige zo respectloos is behandeld door de universitair geschoolden.
Tot slot waarom ook ik boos ben en daardoor tot dit stuk gekomen ben:
Twéé keer heb ik een artikel aangeboden aan het blad met de toevoeging dat het misschien goed is om de leden ook eens een ander verhaal te laten lezen, met meer kritische noten erin, humor ook, afstandelijkheid en – ja – tevens de verbetenheid waarmee een kankerpatiënt zijn ziekte te lijf gaat. Ik ben schrijver, het is mijn vak en mijn boekje over prostaatkanker wordt bijvoorbeeld goed gelezen en positief beoordeeld, vooral ook door de relativering die ik betracht.
Relativering is MMV vreemd. Als je niet overduidelijk tot hun geloofsrichting behoort, krijg je op je emails niet eens antwoord van hoofdredacteur van Groningen. Niet na toezending van je verhaal, niet na toezending van een herinnering, nee gewoon helemaal geen antwoord. Zelfs niet een beleefd berichtje in de trant van ‘helaas is uw verhaal niet geschikt voor ons blad’..Dat zou ik mij nog kunnen voorstellen. Maar nee, MMV is onbeleefd om niet te zeggen…
Enfin, ik zei het al, fundamentalisten. We zien hier weer de gevaarlijke tegenstelling tussen Geloof en Wetenschap in een blad dat beter “Inzicht” zou kunnen heten, want daaraan ontbreekt het de MMV-ers nogal.

Christian Oerlemans
www.christian-oerlemans.net
www.extaze.nl

MANNEN je sluipmoordenaar heet testosteron.

Mannen je sluipmoordenaar - omslag
In 2002 schreef ik “Gestrekt wakker liggen”. Ik dacht dat ik toentertijd de ellende wel zo”n beetje had gehad. Nooit op gerekend dat er nog prostaatkanker achteraan zou komen. Dat is een boekje geworden – zoals mensen zeggen: ik kan er wel een boek over schrijven. Gedaan dus.
“Mijn belevenissen in prostaatkankerland” – zo omschreef professor Simon Horenblas van het Nederlands Kanker Instituut mijn manuscript. En deze omschrijving klopt wel, want het is inderdaad net alsof je op reis gaat naar een vreemd land waarvan je wel hebt gehoord, maar waarvan je de ongelofelijkheid nimmer hebt vermoed. Je beleeft dingen die een normaal mens in een normaal leven niet meemaakt. Belevenissen dus. Boeiend wellicht voor dierbaren, voor mijn nageslacht na mijn dood. Ik begon dus te schrijven en gaandeweg werd het een boekje. Mijn echtgenote, die vanzelfsprekend de belevenissen van nabij meemaakte, kon er om lachen. Een goed teken vond ik, want de realiteit was al dramatisch genoeg. Ook liet ik het lezen aan insiders in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis.De reacties waren positief. In een adem uitgelezen, humor, relativering. Uiteindelijk voorgelegd aan mijn kritische uitgeefster Jitske Kingma. Zij mailde: een juiste mix van humor, informatie, persoonlijke details en algemeen maatschappelijk belang. Ja, daarom is dit boekje ontstaan. Ik wens ieder die het leest een lang en mooi leven toe!

Belachelijk Gemeentelijk optimisme over het Zuwestrandje in Kortenhoef.

Zijn gemeenteraadsleden van Wijde Meren nu zo naiëf of echt dom? Op basis van een oud bestemmingsplan wordt aan de Wijde Blik een zogenaamd recreatiestrandje gemaakt.
Een onzinnig project in een tijd van bezuiniging en verhogingen van de OZB belastingen.
Er wordt een beeld geschetst van onschuldig recreëren aan de plas, waarbij de klok wordt terug gezet en de vestiging van Ottenhome voor het gemak wordt genegeerd. Ik noteer nog even een zinsnede uit het visiestuk “Kern van Wijdemeren”: Wijdemeren is de ideale plek voor dagrecreatie. Voornamelijk voor vriendelijk, kleinschalig cultuurtoerisme en voor water- en fietsrecreatie. Let op het woord kleinschalig. Zodra het zonnetje doorkomt, staat het kleine doodlopende weggetje dat toegang moet geven tot het Zuwestrandje vanaf het Moleneind aan beide zijden vol geparkeerd. Vele honderden auto”s die beide bermen (aan één zijde grenzend aan natuurgebied) kapotparkeren. Dit weggetje wordt veel gebruikt door fietsende schoolkinderen, die bij mooi weer gevaarlijke stuntjes moeten uithalen om niet van de weg te worden gereden. Ook is dit doodlopende weggetje noodgedwongen tweerichtingverkeer, hoewel dit “s zomers onmogelijk is want twee auto”s In de Nederlandse casino’s zoals Holland is dit nog altijd zo. kunnen elkaar niet passeren, zeker niet als er ook nog toeristenbussen naar de Wijde Blik proberen te komen. Kortom, een onzinnige en gevaarlijke verkeersdrukte op een weggetje dat ooit bedoeld was als “ventweg” voor omwonenden. Maar, de Gemeente ontkent – in een gesprek met de verantwoordelijke ambtenaar- dat het “gevaarlijk” is, omdat er nog geen meldingen van ongelukken zijn. Bovendien is de Gemeente niet verantwoordelijk voor het verkeersbeleid, want de Zuwe is een Provinciaal weggetje, dus de Provincie is verantwoordelijk. De Provincie heeft in overleg ook ruimte beschikbaar gesteld voor 40 parkeerplaatsen bij het Zuwe strandje. Dit zal helpen. Ik noteer weer even uit het “visiestuk”: Het water (de plassen) moet weer zichtbaar worden. Nu is het nog zichtbaar, maar straks staan er tenminste 40 auto”s in het beeld geparkeerd. En de bedoeling is dat er een ponton wordt afgemeerd met uitgiftekiosk en toiletten. Ook een mooi beeld. (Als dit tenminste doorgaat, voorlopig moeten de recreanten voor hun behoeften naar Ottenhome).
Het enthousiasme van verantwoordelijk wethouder Abrahamse en de raadsleden die kennelijk nog in andere tijden leven is bijna aandoenlijk. Het wordt een nog grotere puinhoop langs een doodlopend smal weggetje waar duizenden recreanten hun auto kwijt moeten. En waar fietsers en wandelaars zich met levensgevaar langs de buitenspiegels manoeuvreren. Waartom dit strandje? Omdat het bestaande strandje verderop een verwaarloosde troep is geworden onder verantwoordelijkheid van Natuurmonumenten, die – logisch – graag twintigduizend euro doneren om van het onderhoud verlost te zijn, zoals de gemeenteambtenaar ons uitlegde. Dan kan het bestaande recreatiestrandje weer aan de natuur worden teruggegeven. Wat een hypocriet gezever.
Een recreratiestrandje ontwikkelen, maar de ogen sluiten voor de bereikbaarheid. Benieuwd of de recreanten straks moeten betalen als ze bij Ottenhome naar de wc gaan.Of wordt het plassen in de plas?

Op weg naar de Noordkaap.

Citney aanzienlijk verlaagd na de val in het ravijn

Voorpagina omslag
Met een ouwe Citroën heen en liftend terug.

On the road…

Jack Kerouack maakte iets los…
Eind jaren vijftig begon de wereld te veranderen. Begin van de seksuele revolutie, de emancipatie, geneugten van de consumptiemaatschappij en de kritiek daarop. De jeugd brak door met pop art van Warhol, Lichtenstein en Rauschenberg, met popmuziek van Jerry, Buddy en Elvis, de film noir schokte onze ouders met Asphalt Jungle en Les Diaboliques, we kregen Pleiners en Nozems, rock and roll en we lazen J.D. Salinger en Jack Kerouack wiens bestseller “On the Road” hele volksstammen jongeren in beweging zette, letterlijk. Sturm und drang liftte door Europa en als je jong was kon je eigenlijk niet meer thuis blijven zitten. Je moest bijvoorbeeld druiven plukken in Frankrijk en bordenwassen in Zweden en het onontkoombare reisdoel was de Noordkaap; daar moest je geweest zijn.

Het boek is nu te koop! 18 Euro in de winkel of via internet, bij uitgever Elikser of Bolcom of bij mij of elders. Kopen dus, of bestellen: ISBN 978 90 8954 429 2 

Zijn vrouwen leuker?

Vrouwen zijn leuker? Joyce Roodnat schrijft een boekje getiteld “Vrouwen zijn leuker”. Bij nader inzien begreep zij kennelijk dat dit taalkundige nonzin is, want zij voegde er een ondertitel aan toe: leuker dan je denkt… Uitgangspunt van de schrijfster is kennelijk dat ‘men” denkt dat vrouwen niet zo leuk zijn. En die ‘men’ zullen dan in haar perceptie wel man zijn. Dus denk ik – en wie niet – dat zij eigenlijk bedoelt: vrouwen zijn leuker dan mannen. Toen ik haar titel las, dacht ik spontaan “ja, vrouwen zijn “léuk” . Hoezo leuker? Hoezo leuker dan ik denk?
Ik schreef niet voor niets het boekje “Vrouwen zijn om op te vreten”. Dat is dus duidelijke taal en vertelt impliciet hoe leuk ik vrouwen vind. Klaar. Maar nu iemand anders, die leest de titel en vult eveneens spontaan aan. Twee mogelijkheden: dàn of àls. Bijvoorbeeld, leuker dan poezen, of leuker als ze uitgekleed zijn. Zo kun je met Joyce Roodnat alle kanten op.
Vrouwen zijn leuker dan honden kan ook, hoewel vele mannen het hiermee niet eens zullen zijn. Of paarden. Of bedenk maar een ander huisdier, al naar gelang je ervaring met vrouwen. Katachtigen zullen ongetwijfeld in aanmerking komen. Ook kun je denken aan geliefde zaken als auto’s of boten. Zelf zou ik echter kiezen voor de aanvulling met àls… Vrouwen zijn leuker als ze humor hebben. Of als ze niet zeuren. Of als ze goed kunnen koken. Enfin, Joyce Roodnat weet wat los te maken met de titelgeving van haar boek. Zou zij het daarom hebben gedaan?

Rijk man?

Er werd eens een baby geboren en zijn vader en moeder waren heel arm. Dat mag ons zoontje niet gebeuren, zeiden ze tot elkander en ze besloten om hem een naam te geven die tegelijkertijd een verplichting inhield.blackjack “Rijkman”. Reeds in de wieg leerden ze hem graaien met zijn kleine handjes. En zo gauw hij kon praten was het eerste wat ze hem leerden zeggen: Rijk man. Toen hij groot werd besloten zijn ouders dat hij bankier moest worden, immers dan zit je het dichtst bij het geld en als je van jongs af aan hebt leren graaien kun je het maar beter onder handbereik hebben. Hij werd aangenomen bij een grote bank die zichzelf De Bank noemde. Aangenaam, ik ben Rijkman, van De Bank. Dat klonk goed. Helaas liep dit sprookje niet goed af. De Bank werd de vernieling in geholpen door Het Bestuur. Dit weten wij uit de mond van de Minister van Financiën, die het zelf heeft gezegd. Maar Rijkman, indachtig de opdracht van zijn ouders en trouw aan zijn naam, wist – met een zekere woestheid, dat wel – nog 25 miljoen in zijn zakken te steken voordat De Bank bijna omviel en door eerder genoemde minister van de ondergang werd gered.

En hij leefde nog lang en gelukkig als een rijk man in zijn buitenplaats aan de Vecht

Chinezen mogen weer functioneel kezen.

Begin jaren negentig maakte ik een rondreis door China. Nooit zoveel fietsers gezien. En heel weinig kleine kinderen, want de geboortebeperking tot één kind per gezin werd strikt en met harde hand – begreep ik uit mij toegefluisterde opmerkingen – gehandhaafd. Waarom gefluisterd? Omdat de herinnering aan het drama op het Tianmen plein van juni 1989 nog zeer vers in de wonden van het geheugen lag. Zeker bij de jonge mensen die ik sprak. En omdat je niet wist wie er meeluisterde. Maar goed, daar gaat het nu niet over, hoewel vrijheid nog steeds niet datgene is wat wij er onder verstaan, vooral niet als je Tibetaan bent. Tibet was in die tijd trouwens een verboden gespreksonderwerp; als je het T-woord noemde sloot zelfs de meest progressieve jeugdige Chinees de lippen stijf op elkaar. Tibet bestond namelijk niet, het was China geworden.

Maar ik had het over de geboortebeperking. Dat was (en is) net zo’n rare maatregel als de vliegenvangst toentertijd. Chinezen kregen geld voor elke gevangen vlieg en dat ruimde op. Met gevolg dat zij geen vlieg meer kwaad konden doen. Geen vlieg te zien maar daarvoor in de plaats ontstond allerlei onvoorzien ongemak, vooral op het boerenland. Want vliegen hebben een taak te vervullen in het natuurlijk evenwicht. Ook vliegen hebben een functie. Zoals er toen geen vlieg te zien was, zag je ook nauwelijks een kind. En al helemaal geen meisje. Op het boerenland viel het nog wel mee, daar werd – begreep ik – oogluikend toegestaan dat er per ongeluk meer dan één kind geboren werd, mede omdat kinderen een functie hadden (hebben) op het boerenland. Het zijn goedkope arbeidskrachten. In de steden echter, zoals Peking en Sjanghai zag je geen jonge moeders met kinderwagens, zelfs niet in de parken waar oudere mannen GO speelden. Net als met de vliegen, dreigde hier een verstoring van het natuurlijke evenwicht. Te weinig jonge mensen en in de toekomst te weinig vrouwen. Sinds 1970 schijnt de één kind politiek zo’n 400 miljoen geboorten te hebben beperkt. Soms op minder frisse wijze, door abortus en sterilisaties. Daar komt nu enige verandering in, onder leiding van Ma Zhao en de commissie voor bevolkingsplanning. Vooral in de grote steden mag nu een aantal Chinezen, men zegt dertig tot veertig procent van de gezinnen, meerdere kinderen maken. Dit geldt met name voor ouders die zelf enig kind zijn. Op het platte land zijn de beperkingen ook versoepeld, daar mag een tweede kind gemaakt worden als het eerste kind een meisje is. Kortom, we hoeven niet bang te zijn dat er in de toekomst te weinig Chinezen zijn.